
Kabinet Rutte IV wil de loonkloof tussen leraren in het primair en voortgezet onderwijs dichten, dit door het verhogen van de lonen van de leraren op de basisscholen. Deeltijders moeten het liefst meer gaan werken. En ook zullen VVD, D66, CU en CDA de plannen uit het nationaal programma onderwijs – de tijdelijke miljarden die vanwege de coronacrisis naar onderwijs zijn gegaan om leerachterstanden weg te werken – permanent maken. Andere opvallende punten uit het regeerakkoord:
-
het leenstelsel voor studenten worden afgeschaft. Vanaf studiejaar 2024/2025 komt er een nieuwe vorm van studiebeurs. Hoe het zit met de compensatieregeling voor de huidige lichting studenten die wel heeft moeten lenen, is nog onderdeel van discussie.
-
er wordt gestreefd naar één cao voor leraren en bestuurders in het funderend onderwijs.
-
de onderwijskwaliteit in het algemeen en de basisvaardigheden in het bijzonder moeten zichtbaar verbeteren. Daarvoor wordt structureel €1 miljard per jaar geïnvesteerd. Burgerschap wordt integraal onderdeel van het onderwijs.
-
stimuleren verhoging van deeltijdfactor (meer uren), in het kader van het lerarentekort
-
het gespecialiseerd voortgezet onderwijs wordt zo snel mogelijk deel van het reguliere voortgezet onderwijs.
-
stimulering brede en verlengde brugklassen, de doorstroom en differentiatie worden bevorderd
-
inclusief onderwijs blijft het streven, kinderen met of zonder een beperking of ziekte moeten samen naar school