Veel van de deskundigen, aan wier opvattingen in deze dagen gelukkig weer veel waarde wordt gehecht, dachten daar al langer echt heel anders over. Dat het de afgelopen jaren steeds niet echt verkeerd ging, heeft achteraf gezien het beleid te veel bepaald.
In haar boek De onzichtbare vijand. Over de strijd tegen infectieziekten zette Annet Mooij in 2007 de geschiedenis op een rij. De eerste grote epidemie was de pestepidemie in de dertiende en veertiende eeuw. Ook die ging de hele wereld over, maar met de snelheid van een paard – in het geval van COVID-19 gaat het met de snelheid van een Boeing. In onze eenentwintigste eeuw is ook de besmettelijkheid door de grotere dichtheid van de netwerken veel groter. Na WOII leek met antibiotica en vaccins de strijd gestreden. Virologie werd een stoffig vakgebied met weinig ambitie, aldus Mooij. Dat veranderde door de komst van het HIV-virus in de jaren tachtig. Het laboratoriumwerk is hightech, maar zolang er geen vaccin is, gaat de preventie met eeuwenoude methodes als quarantaine en isolatie. En zo treft de huidige coronacrisis niet alleen de zieken, maar legt ze het hele sociaaleconomische leven plat.
De aanpak van de Nederlandse regering wijkt wereldwijd af. De aanspraak op de eigen verantwoordelijkheid van de bevolking spreekt mij als pedagoog zeer aan. Vergelijk de toespraak op de avond van de 15e maart van premier Rutte tot het Nederlandse volk met die van president Macron tot het Franse en het verschil tussen de Nederlandse en de Franse opvoedingsstijl dringt zich op. De Fransen mogen alleen de straat op om naar hun werk of naar een arts te gaan, al blijft ook boodschappen doen mogelijk. Iedereen die de beperkingen negeert, zal gestraft worden. Om ervoor te zorgen dat de 67 miljoen inwoners van Frankrijk zich aan de maatregelen houden, worden 10.000 politieagenten ingezet. Rutte presenteerde een veel minder strikt regiem en hij deed een nadrukkelijk beroep op de vrijwillige medewerking van de bevolking. Op zijn persconferentie van 31 maart stelde hij zelfs expliciet dat in de Nederlandse democratie bevelen van hogerhand niet passen.
Wat ook aanspreekt in de Nederlandse aanpak is het vertrouwen in de wetenschap, inclusief de openheid over de onzekerheid van de beschikbare wetenschappelijke kennis. In de media komen virologen met andere opvattingen aan het woord, maar het kabinet oriënteert zich in alle openheid op de virologen van het eigen Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het RIVM. Met de presentatie van de beleidsmaatregelen gaat veel mis. De vrees om autocratisch en autoritair over te komen, resulteert in onduidelijkheid. Uit het dringende advies om goed de handen te wassen en in de elleboog te niezen, kan niemand opmaken dat mensen anderhalve meter uit elkaar moeten blijven. In de keuze om het beleid op een persconferentie door vier ministers te laten afkondigen klinkt politieke en persoonlijke geldingsdrang door, maar over de speciale rol van de asociaal gedrag veroordelende minister van Justitie is natuurlijk nagedacht.
De discussie over de wetenschappelijke aanpak is een hoofdstuk apart. Het probleem is dat de wijze waarop dit extreem besmettelijke virus zich verspreidt niet in reguliere verwachtingen past en daarmee aan elke voorspelbaarheid ontsnapt. Het coronavirus COVID-19 is een black swan; ik heb er het boek van Nassim Taleb The Black Swan. The Impact of the Highly Improbable uit 2007 nog maar eens op nageslagen. Er zijn virologen die aandringen op trace tracking via vooralsnog anonieme smartphonegegevens. Aleid Wolfsen, directeur van de Autoriteit Persoonsgegevens, heeft al aangegeven er niet op voorhand negatief tegenover te staan. Bij het prijzen van het zogeheten succes van de Chinese aanpak, die op een maximum toezicht en een minimum aan privacy steunt, moet wel bedacht worden dat die ook de aanvankelijke geheimhouding van de virusuitbraak mogelijk maakte, waardoor de uiteindelijke pandemie onafwendbaar werd. De Nederlandse regering ging tot nu toe – net als Bregman – ervan uit dat de meeste mensen deugen. Ik ga ervan uit dat ze dat zal blijven doen.
De slotsom van het boek van Annet Mooij, De onzichtbare vijand, is dat, in het gevecht tussen de microwereld en de mens, de mens op de zeer lange termijn het loodje zal leggen. Ik hoop dat we, als deze crisis voorbij is, voor het antwoord op een eerstvolgende uitbraak durven afzien van de botte focus op voorspelbaarheid.
Bas Levering, hoofdredacteur
Bas Levering werd op 5 maart door het Algemeen Dagblad geïnterviewd over wat de coronacrisis voor de angsten van kinderen betekent en hoe daarmee kan worden omgegaan. Dit interview staat op de website van PiP (pedagogiek.nu).
Meer lezen uit PIP 114? Klik hier. Abonnee worden klik hier.