Hulpverleners in de jeugdzorg herkennen het vast: de druk van hoog gespannen verwachtingen bij aanmelding: van alles is al ingezet, de problemen nemen toe en het is twee voor twaalf. De hulpverlener wordt gezien als laatste redmiddel. Hoe pak je het aan? Aangemeld wordt de 14-jarige puber die nog een laatste kans krijgt op zijn middelbare school. Meningsverschillen tussen de gescheiden ouders over de aanpak, schoolverzuim en schorsingen vergroten de stress in de opvoedingssituatie en er zijn twijfels over de aanwezigheid van AD(H)D of ODD.
Toevallig kwam ik in aanraking met het boek Samen ACTief in je gezin: minder ruzie en meer plezier. De titel spreekt aan, dat zou je toch ieder gezin gunnen! Al lezend raakte ik enthousiast over de prettige toon, de toegankelijke tekst en de concrete, gevarieerde opdrachten. Het werkboek is gebaseerd op de ACT, de Acceptance and Commitment Therapy. ACT richt de aandacht op wat verbeterd kan worden en het verdragen van wat niet goed gaat. Veel stress ontstaat omdat we strijden tegen zaken die buiten onze macht liggen en waarover we geen controle hebben. Die strijd maakt boos, verdrietig, onzeker en weerhoudt de mens van het zoeken naar oplossingen. In een gezinssituatie kan dat betekenen dat veel onhandige interactiepatronen in stand blijven. Met ACT wordt aan de gezinsleden geleerd zelf de problemen in de omgang met elkaar aan te pakken.
ACT maakt gebruik van verschillende technieken: elementen van de cognitieve therapie (relatie van gedachten – gevoel – gedrag) en van de systeemtheorie (rollen en posities in een gezin) worden ingezet, maar ook mindfulness komt langs. Het boek maakt compacte theoretische uitstapjes en verwijst naar www.samenactiefinjegezin.nl waar veel achtergrondinformatie, opdrachten en mindfulnessoefeningen te vinden zijn voor met name de jongeren. Door deze opzet is het boek vanaf het begin concreet en blijft de vaart er goed in.
Het boek bestaat uit een beschrijving van de acht stappen van het veranderingstraject, mooi gevisualiseerd door illustrator Marcel Jurriëns.
Het gehele traject beslaat minimaal twaalf weken. Iedere stap kent een duidelijk individuele voorbereiding met invulwerkbladen, ontspanningsoefeningen en het lezen van informatie. Bij iedere stap hoort een gezinsgesprek. Als er een therapeut betrokken is, voegt die zich bij de (meeste) gesprekken.
Nu volgt een korte beschrijving van iedere stap. Op de site staan per stap extra informatie, oefeningen, werkbladen en een gespreksformulier.
Bij stap 1 formuleert de ouder de drijfveren om te veranderen. Wie kan steun bieden? Hoe motiveer en activeer je de kinderen? Wat zijn de wensen en het te veranderen gedrag van zowel kinderen als ouders? Bij stap 2 volgt een nadere verkenning van de wens. Een sixpack met zes interactiegebieden wordt geïntroduceerd met bij ieder gebied een opsomming van ‘handige interacties’ waaruit de ouder kiest. Handige valkuilen en onhandige interacties worden geïnventariseerd bij stap 3. Nu komt ook ieders ‘rode knop’ ter sprake en worden gezinspatronen besproken.
Stap 4 staat stil bij het functioneren van de automatische piloot en het in stand houden van ongewenste patronen als gevolg van negatieve overtuigingen, invloed van gezin van herkomst, het willen houden van controle om negatieve gevoelens te vermijden.
Het bedenken van nieuwe manieren van samenwerken staat centraal in stap 5. Een actieplan wordt opgesteld dat in stap 6 wordt uitgevoerd als ‘experiment’ met registraties van wat wel en niet werkt. Blijven doen wat werkt om zo zelfvertrouwen op te bouwen is de boodschap in stap 7. Het traject wordt afgesloten met stap 8 waarin een ‘goede tijden-pittige tijden en slechte tijden-plan’ anticipeert op lastige situaties.
Dit praktische boek helpt ouders om samen met het gezin een vicieuze, negatieve cirkel te doorbreken door weer met elkaar in gesprek te gaan. De auteurs zijn Denise Matthijssen (SPV- en systeemtherapeut) en Denise Bodden (docent pedagogiek en onderzoeker). Er staan veel praktische voorbeelden in het boek vanuit hun eigen ervaringen in ACT-trainingen met gezinnen en het onderzoek naar de effectiviteit ervan. Deze voorbeelden zijn goed gevarieerd en geven een realistisch beeld van de mogelijkheden van deze aanpak.
Ik kan het boek van harte aanbevelen aan iedereen die met gezinnen met pubers werkt. Ik ga er ook zelf mee aan de slag. Het stimuleren van de oplossingsgerichte vaardigheden binnen het gezin krijgt met dit schrijven een nieuwe invalshoek!
Maar, let op! In het werkboek wordt aangegeven dat deze aanpak door een of beide ouders op eigen kracht gerealiseerd kan worden. In hoofdstuk 1 wordt wel melding gemaakt van de mogelijkheid dat er ook een therapeut bij het traject betrokken is. Het stappenplan biedt aanwijzingen voor het overleg met de therapeut.
De vraag dringt zich op of er gezinnen bestaan waarbij sprake is van verstoorde interacties met een ouder die desondanks de acht stappen kan zetten zonder de ondersteuning van een therapeut. De ouder moet door middel van zelfreflectieopdrachten het eigen functioneren bekijken maar heeft ook de regierol, is gespreksleider, moet iedereen in zijn waarde laten in gesprekken waarbij irritaties en wensen over en weer uitgewisseld worden. Als een ouder al deze vaardigheden in huis heeft en kan toepassen in stressvolle opvoedingssituaties met pubers, zou je denken dat zo’n boek eigenlijk overbodig is!
Een therapeut lijkt me onmisbaar om ouders en kinderen te ondersteunen en het proces overkoepelend te kunnen volgen en waar nodig bij te sturen.
Op de site www.samenactiefinjegezin.nl staat vermeld dat wanneer je als therapeut het werkboek Samen ACTief in je gezin wil toepassen, er eerst een basisopleiding ACT van minimaal twee dagen gevolgd moet worden. Er blijkt ook een therapeutenhandleiding te bestaan die bij de trainersopleiding inbegrepen is. Dus specialistische kennis is nodig voordat je als therapeut met een gezin aan de slag gaat. Dat lijkt me een groot contrast met de mogelijkheid dat ouders het werkboek op eigen kracht inzetten.
Het zou vollediger zijn als deze informatie over de therapeutenhandleiding en de vereiste voorkennis ook op de website van LannooCampus vermeld wordt.