Een blog van Joke de Jonge. Haar nieuwe boek Kat kaat is weg om nieuwkomers op weg te helpen, is in oktober 2021 verschenen bij Uitgeverij SWP.
Het belang van klanken
Aan vier zulke verschillend klinkende woorden voor dezelfde lettercombinatie zie je hoe essentieel klank is voor een taal. Voor het goed kunnen koppelen van klanken en letters, moet je die klanken eigenlijk eerst kennen en verstaan. Het belang van klankonderwijs wordt steeds duidelijker, niet voor niks staat in de nieuwste versie van Zwijsens leesmethode naast letters de klank ervan centraal. (Veilig Leren Lezen, waarmee 80% van de basisscholen werkt.) Bij de meeste kinderen van wie de wieg in Nederland staat, werkt die volgorde van eerst klanken en daarna letters leren kennen bijna vanzelf; een ‘reguliere’ leerling van groep 1 beheerst pakweg 75% van de Nederlandse klanken al. Maar een jonge nieuwkomer doet dat in het eerste jaar na aankomst nog nauwelijks of niet. Het is een flinke kluif als je moet leren lezen terwijl je nog maar net je eerste Nederlandse woordjes vergaard hebt en snapt.
Spelenderwijs leren
Die uitgangspositie bij het leren lezen zet vooral de 6-jarigen op forse achterstand. Zij moeten al zoveel, en omdat veel van hen ook nog eens nauwelijks hebben kunnen kleuteren, past het goed als ze buiten het vaste AVI-stramien ook wat met letters kunnen spelen. Waarbij het plezier voorop staat en waardoor ze zin in lezen krijgen in plaats van dwang voelen om het te moeten. Daarbij kan de inzet van prentenboeken ongelooflijk veel betekenen, zoals dat al langer werkt voor de woordenschatontwikkeling van veel in Nederland opgegroeide peuters en kleuters. Oud meester en kinderboekenauteur Jacques Vriens merkte laatst op dat een kind dat van jongs af aan gewend is aan boekjes en versjes met een passieve woordenschat van zo’n 4.000 woorden op de basisschool belandt. En als dat niet zo is, maar met 1.000 woorden! Benadruk het plezier in plaats van zo vaak dat technisch kunnen lezen, betoogt hij.
Beelden komen sneller binnen
Omdat taal de sleutel vormt tot de wereld om je heen en bepalend is voor je plek op school en erbuiten, wilde ik vanuit de praktijk een boek specifiek voor die jonge nieuwkomertjes ontwikkelen. Omdat beelden veel directer bij hen binnenkomen dan het alfabet, is Kat Kaat is weg doelbewust in de vorm van een prentenboek gegoten en heet het prentenleesboek. Beelden worden vaker gebruikt bij het aanleren van een nieuwe taal, maar niet elk beeldmateriaal past automatisch bij nieuwkomers. Een (zoek)boek bomvol plaatjes en woorden is door de overvloed minder geschikt voor de meesten van hen, zeker voor net aangekomen kinderen.
Binnen en buiten school krijgen zij dagelijks zoveel nieuwe indrukken dat een beeld dat in een oogopslag te overzien is beter bij hen binnenkomt.
Kijken, wijzen, lezen en praten
Nieuwkomers zo snel mogelijk aan het praten krijgen doet er meer toe dan het tempo waarin zij leren lezen. Omdat het versterkend werkt om taal aan eigen ervaringen te verbinden, vormen losse woorden om gesprekjes uit te lokken de ene kern van dit boek. Dat kan tussen de voorlezer en een kind zijn en door uitwisseling tussen de kinderen te stimuleren. Zo kun je vragen of zij ook iemand of iets missen. (Veel van deze kinderen lieten nogal wat achter.) Of is er een dier of een voorwerp waaraan zij gehecht zijn? De andere kern is de tekst van een leesboekje (op AVI E3 niveau, eerder verschenen bij Zwijsen), dat door de prentenboekvorm snel gretigheid oproept om de woorden te herkennen.
Proeftuin
Omdat nieuwkomers en de manier waarop leerkrachten met hen werken de allerbeste bron voor het ontwikkelen van vernieuwende materialen vormen, stoelt het concept van dit boek daarop. Het bevat instructie voor leerkrachten van nieuwkomers en anderen die met dit boek willen werken om er het maximale uit te kunnen halen. Om het proces van leren lezen en Nederlands praten sneller op gang te brengen en de groepsvorming tussen leeftijdgenoten te bevorderen, worden knutselactiviteiten van (maximaal een half uur) na het voorlezen aangeraden. En suggesties gegeven die aansluiten bij thema’s die in de klas aan de orde komen. Zo’n voorlees- , praat- en knutselsessie leent zich goed voor herhaling. Kers op de taart is een tip voor de hele klas plus een kleurplaat van het omslag, die ook te downloaden is.
Pilot project
Dit najaar gaan leerkrachten op ruim 10 scholen er actief mee aan de slag, zodat het verder ontwikkeld kan worden. (Als de donatiewind meezit, verschijnt een 2e titel, in de hoop dat dit leidt tot een serie speciaal voor Jonge Nieuwkomers.)