Pedagogiek
in praktijk

Dit is het basisboek der basisboeken

Iedere pedagoog of ontwikkelingspsycholoog heeft minimaal kennis van de normale ontwikkeling van het jongste kind tot en met de adolescentieperiode. En voorzover deze niet is aangereikt in de opleiding, is dit de kans om met één boek al die kennis nog eens op te nemen. De 7e druk is in januari jl. verschenen.
Dit is het basisboek der basisboeken

 

In dit boek schetsen we een beeld van de ontwikkelingspsychologie. Het gaat over de normale ontwikkeling van baby tot volwassene. We bieden onder meer een overzicht van de denkbeelden die in de loop van de geschiedenis over die ontwik- keling zijn geformuleerd. Kennisname van belangrijke ideeën van vroeger is noodzakelijk en waardevol om inzicht te krijgen in de oorsprong en reikwijdte van de huidige opvattingen over de kinderlijke ontwikkeling. De huidige inzichten vinden hun wortels in wat voorgangers bedacht en ontdekt hebben, the stratification of knowledge (Delfos, 2019a). De huidige fouten vinden vaak ook hun oorsprong in vergeten oude kennis. Die oorsprong kennen, betekent dat de huidige kennis beter in haar context geplaatst kan worden en beter begrepen kan worden.

Het weergeven van het scala aan al verworven kennis stelt bovendien de lezer in staat zijn of haar eigen affiniteiten te onderzoeken, eigen ideeën te toetsen aan die van anderen en daarmee het eigen gezichtsveld te verbreden.

Door de manier waarop de stof is geordend en door de opgenomen schema’s en overzichten kan het boek, behalve als studieboek, ook worden gebruikt als naslagwerk.

De opbouw van dit boek

Het boek bestaat uit twee delen plus een sectie bijlagen. In het eerste deel worden de belangrijkste vroegere en hedendaagse theoretici op het terrein van de ontwikkelingspsychologie in een korte schets neergezet; in het tweede deel staat de ont- wikkeling van het kind in verschillende leeftijdsfasen en met betrekking tot specifieke onderwerpen centraal.

Deel I beslaat de hoofdstukken 2 en 3. Hoofdstuk 2 bevat eenentwintig kenschetsen van invloedrijke theoretici op het gebied van de ontwikkelingspsychologie, hun denkbeelden en –voor zover mogelijk –de huidige wetenschappelijke status daarvan. De stroming waartoe ze eventueel behoren wordt bij de verschillende theoretici genoemd. Zo hebben de psychoanalytische denkers Freud, Jung, Erikson en Schachtel ieder een eigen kenschets gekregen, waarbij vermeld wordt dat ze behoren tot de psychoanalytische stroming. Een samenhangend beeld van de theorieën vanuit de verschillende stromingen wordt in deel II, hoofdstuk 4, behandeld.

De kernbegrippen uit de verschillende kenschetsen staan bijeen in bijlage 1 in twee steekwoordenlijsten, de eerste geordend naar theoreticus, de tweede alfabetisch naar onderwerp. De eerste lijst laat zien wat de kernbegrippen zijn uit een bepaalde theorie van –bijvoorbeeld –Bowlby; in de tweede steekwoordenlijst kan bijvoorbeeld het begrip ‘hechtingsgedrag ’opgezochtworden, waarbij dan duidelijk wordt dat vooral Bowlby zich hiermee heeft beziggehouden.

Van de theoretici hebben er tien een model ontwikkeld waarin (aspecten van) de kinderlijke ontwikkeling leeftijdsgewijs worden beschreven. Van de denkbeelden van deze tien theoretici zijn ontwikkelingsschema’s gevormd, waarin leeftijds- gewijs de ontwikkeling volgens betreffende theoreticus opgezocht kan worden. Deze staan weergegeven in hoofdstuk 3. Daarin kan bijvoorbeeld opgezocht worden wanneer volgens Bowlby ‘gerichtheid op specifieke personen’ontstaatof wanneer volgens Freud de ‘orale fase’gesitueerd is. De tien ontwikkelingsschema’s worden aangevuld met negen andere die elk over een bepaalde thematiek gaan, zoals het geheugenof de slaap. Ook deze negen ontwikkelingsschema’s bieden In dit boek schetsen we een beeld van de ontwikkelingspsychologie. Het gaat over de normale ontwikkeling van baby tot volwassene. We bieden onder meer een overzicht van de denkbeelden die in de loop van de geschiedenis over die ontwik- keling zijn geformuleerd. Kennisname van belangrijke ideeën van vroeger is noodzakelijk en waardevol om inzicht te krijgen in de oorsprong en reikwijdte van de huidige opvattingen over de kinderlijke ontwikkeling. De huidige inzichten vinden hun wortels in wat voorgangers bedacht en ontdekt hebben, the stratification of knowledge (Delfos, 2019a). De huidige fouten vinden vaak ook hun oorsprong in vergeten oude kennis. Die oorsprong kennen, betekent dat de huidige kennis beter in haar context geplaatst kan worden en beter begrepen kan worden.

 



Naar homepage