Pedagogiek
in praktijk

De Grote Vriendelijke Podcast

Makers Podcast: Jaap Friso en Bas Maliepaard
Door: Loes Houweling

Prachtig, die kinderboekwinkel. Ze zijn er in veel grote en middelgrote steden en het is telkens een feest om er naar binnen te lopen. Maar… hoe kies je nu een boek uit het grote aanbod en hoe blijf je op de hoogte van aantrekkelijke nieuwe uitgaven? Er komen wekelijks vele mooie boeken uit, maar ze worden maar mondjesmaat besproken in de boekenrubrieken van de kranten, laat staan dat er in De wereld draait door aandacht aan besteed wordt. De enorme stuwing van verkoopcijfers die een bespreking in DWDD teweegbrengt, is er helaas niet voor jeugdliteratuur. En dat is jammer, want er is zoveel moois te beleven. Hoewel de beide kinderboekenrecensenten Jaap Friso (Jaapleest.nl) en Bas Maliepaard (Trouw) van alles doen om jeugdliteratuur te promoten, zagen zij deze leemte ook. Daarom zijn ze hun serie De Grote Vriendelijke Podcast (GVP) gestart. De titel van de podcast verwijst naar De Grote Vriendelijke Reus (GVR) van Roald Dahl en is gekozen omdat die naam volgens de samenstellers gelijk een associatie met kinderboeken oproept.

Friso en Maliepaard positioneren zichzelf als betrokken journalisten die niet alleen maar vriendelijk zijn, maar ook kritische vragen stellen en zich niet laten leiden door belangen van uitgevers. De podcast wordt in de Haarlemse kinderboekwinkel Kiekeboek opgenomen. Het is de bedoeling dat er elke maand een aflevering gemaakt wordt en op het moment van schrijven zijn er drie. De afleveringen bestaan grofweg uit twee gedeelten: bespreking van opvallende gebeurtenissen in het kinderboekenvak en een gesprek met een gast. De gast zal veelal een schrijver zijn, maar ook illustratoren, uitgevers of vertalers zullen aan bod komen, zoveel mogelijk naar aanleiding van iets relevants zoals het uitkomen van een nieuw boek. Elke aflevering duurt ongeveer een uur. Hiermee wordt mijn woonwerkreis een heerlijk uurtje met een interessant gesprek dat nu eens niet tussen allerlei andere items in minder dan tien minuten moet worden afgeraffeld. De gast wordt gevraagd om aan het begin van het gesprek de eerste zin van het te bespreken boek voor te lezen en aan het eind de slotzin. De eerste zin vormt een mooi aanknopingspunt voor een gesprek over het ontstaansproces van het boek. De vraag is telkens of de laatste zin ook werkelijk voorgelezen kan worden omdat het mogelijk te veel weggeeft van het verhaal. In deze drie afleveringen worden ze wel voorgelezen, wat vooral de functie van afronding van het gespreksdeel heeft. Daarna wordt aan de gasten gevraagd wat hun eigen grote vriendelijke parel is, het boek dat hen geraakt heeft en dat ze onder de aandacht willen brengen.

Bij de start van de eerste aflevering moeten de makers nog wat wennen aan hun rol als ze elkaar quasi-vragen stellen over de achtergrond van de serie, maar als ze eenmaal boeken gaan bespreken, verloopt het gesprek vloeiend. Ook het interview met Jacques Vriens over zijn recente boek Code kattenkruid. Hoe mijn opa vrolijk doodging loopt als een trein. Dit boek, zo horen we, gaat over de 13-jarige Stijn en zijn stoere en directe opa die ongeneeslijk ziek is en voor euthanasie kiest. Samen gaan ze, tegen de wens van de familie in, nog één keer een fietstocht maken. Tijdens de fietstocht krijgt Stijn de gelegenheid om aan het idee van het levenseinde van zijn opa te wennen. Uit het interview met ‘de oude schoolmeester’, zoals Jacques Vriens zichzelf noemt, wordt duidelijk hoe hij zijn eigen ervaringen als opa (hij maakt jaarlijks samen met vrouw en kleinkinderen een meerdaagse fietstocht) in het verhaal verweeft. Vriens legt uit hoe het boek tot stand komt, zijn keuze voor een directe schrijfstijl en hoe dit bijdraagt aan een zekere lichtheid. Hij bespreekt of het voor kinderen een geschikt onderwerp is en hoe de karakters in het boek vorm krijgen. Bijzonder is dat hij wil schrijven over de relatie tussen opa en kleinkinderen en hoe deze zich kan verdiepen. Euthanasie was voor hem eerder een middel dan dat het boek daarover moest gaan. Toch bevragen de interviewers hem vooral hierover en je voelt hun twijfel over de zwaarte van het onderwerp.

In de tweede aflevering is het de beurt aan Bibi Dumon Tak, de koningin van het Nederlandstalige dierenboek, volgens de Vlaamse krant De Standaard. Dumon Tak heeft veel beeldende non-fictieboeken over dieren geschreven en daar al een trits prijzen mee gewonnen. Kort na de podcastopname wordt daar de Theo Thijssenprijs voor jeugdliteratuur aan toegevoegd. Aanleiding is haar poëziedebuut Laat een boodschap achter in het zand, waarin ze gedichten over evenhoevigen opgenomen heeft. De illustraties in dit boek zijn van Annemarie van Haeringen. Het gesprek gaat onder andere over de totstandkoming van deze non-fictiepoëzie, waarin ze net als in haar andere boeken kennis over de dieren verwerkt.

De auteur van de serie Superjuffie, Janneke Schotveld, is te gast in de derde aflevering. Het gaat in het gesprek niet over de net uitgebrachte film van Superjuffie, maar haar nieuwe sprookjesboek De kikkerbilletjes van de koning. Daarin maakt ze gebruik van het idioom van sprookjes (ridders, koningen en prinsessen), maar vertaalt deze naar deze tijd, met bijvoorbeeld een vrouwenfiguur (een ridster) die iemand redt of twee koningen die zo graag een kindje willen. Ook in dit gesprek wordt duidelijk op welke manier haar persoonlijk leven de verhalen beïnvloedt. Een thema is daarin dat sprookjes meestal een boodschap hebben en in hoeverre Janneke een dominee is of van zichzelf mag zijn.

Naast de interviews worden ook allerlei net uitgegeven of vertaalde boeken besproken. Ze bespreken een heel gevarieerd aanbod, van kartonboekjes voor tweejarigen tot boeken voor young adults. Friso en Maliepaard gaan in op de inhoud van het verhaal of gedichten, lezen stukjes voor en maken duidelijk voor welke leeftijdsgroep het boek is. Soms plaatsen ze een kritische noot, zoals bij het voor het eerst uit het Engels vertaalde boek uit 1902 van E. Nesbit, Vijf kinderen en Het, waarin het onderscheid tussen meisjes en jongens niet meer van deze tijd is. Of over de toch wel erg grote complexiteit van het Harry-Potter-achtige boek Nevermoor van Jessica Townsend. In de tweede aflevering valt mij het bijzondere boek voor 14+ op: 67 seconden van Jason Reynolds. Dit is een zogenaamde versroman (afgeleid van het Engelse verse), een literaire stijl die doet denken aan rap en door Nederlandse auteurs (nog) niet gebruikt wordt. Het gaat over een jongen wiens broer op straat doodgeschoten wordt. Hij pakt een pistool en wil wraak nemen op de dader. In de 67 seconden dat hij in de lift naar beneden gaat, krijgt hij bezoek van allerlei figuren die zijn plan ter discussie stellen. Het hele boek beslaat deze 67 seconden. Net als de grote vriendelijke parels die de gasten bespreken, staan alle boeken met hun gegevens op de website van de podcast.

Het is duidelijk merkbaar dat de makers enorm goed zijn ingevoerd in de wereld van de jeugdliteratuur, zonder dat dit belerend of arrogant is. De gesprekjes tussen Friso en Maliepaard klinken oprecht. De interviews met de gasten zijn informatief en aangenaam wederkerig door de onverwachte vragen die auteurs krijgen. Het plezier dat de gasten en de makers eraan beleven, spat ervan af. Dat maakt het heel fijn om ernaar te luisteren. Je krijgt zin om snel de (kinder)boekwinkel op te zoeken en zelf een aantal van de boeken te gaan lezen of cadeau te doen.

Jaap Friso en Bas Maliepaard, De Grote Vriendelijke Podcast.
www.degrotevriendelijkepodcast.nl



Naar homepage