
Het kabinet heeft besloten om de ‘snottebellenrichtlijn’ aan te scherpen op de basisschool: ook leerlingen met milde neusverkoudheid moeten nu thuisblijven en zich laten testen bij de GGD-teststraat. Ook moeten scholen looproutes aanbrengen om afstand te bewaren, pauzes te spreiden en contacten tussen verschillende schoolklassen zoveel mogelijk te vermijden. Leerlingen van groep 6, 7 en 8 van de basisschool en leerlingen van het voortgezet onderwijs gaan mondkapjes in de gang dragen, net als het onderwijspersoneel. Ook komen leerlingen zoveel mogelijk zelf naar school.
Daarnaast gelden in het onderwijs nog steeds de basismaatregelen. Dat betekent: volwassenen houden onderling 1,5 meter afstand (ook leraren waar mogelijk), ouders blijven buiten de school en vergaderingen zijn online. Ook het zelftest-advies wordt aangescherpt op advies van het OMT. Voor leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 in het primair onderwijs, alle leerlingen van het voortgezet onderwijs en alle leraren geldt: twee keer per week thuis een preventieve zelftest doen, zo nodig met behulp van ouders of andere verzorgers.
Als de test positief is, gaan de leerling of leraar en de rest van het gezin in quarantaine en laten zich testen in de GGD-teststraat. Als de test negatief is, kan de leerling of leraar naar school. Dit dringende test-advies geldt voor iedereen, dus ook voor gevaccineerden.
Leraren en leerlingen ontvangen de zelftesten zo snel mogelijk via de school, maar dit zal tijd kosten. Alleen al in het primair onderwijs gaat om zo’n 1,2 miljoen zelftesten per week extra voor de leerlingen. Hoe het precies in zijn werk zal gaan, werkt het ministerie van OCW uit in overleg met het onderwijsveld. Scholen worden naar verwachting volgende week verder geïnformeerd over het proces, zij zullen vervolgens ouders verder inlichten.