
De onderwijsinspectie vindt al langer dat in het huidige toezicht op de voorschoolse educatie een belangrijk deel van de kwaliteitsaspecten buiten beeld valt. In 2019 drong de inspectie daarom aan op een onderzoek naar mogelijkheden om structureel toezicht op de proceskwaliteit in te richten. Dit onderzoek is nu dus afgerond.
Als wordt gekozen voor handhaving van de huidige situatie zouden de betrokken instanties beter met elkaar moeten samenwerken, melden de onderzoekers. Wel moet er dan een betere wettelijke basis komen voor het signaalgestuurde toezicht van de inspectie. Daarnaast komen de onderzoekers met drie andere verbeterscenario’s:
-
scenario 1: de GGD houdt toezicht op de proceskwaliteit en kwaliteitszorg van de voorschoolse educatie, gebaseerd op landelijk geformuleerde kwaliteitseisen. De gemeente is verantwoordelijk voor handhaving.
-
scenario 2: de GGD houdt toezicht op de proceskwaliteit en kwaliteitszorg van de voorschoolse educatie, gebaseerd op gemeentelijke kwaliteitseisen. De gemeente is verantwoordelijk voor handhaving.
-
scenario 3: de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de proceskwaliteit en kwaliteitszorg van de voorschoolse educatie, gebaseerd op landelijke kwaliteitseisen. De inspectie is verantwoordelijk voor handhaving.
Handhaving van de huidige situatie met daarbij verbeterpunten en de drie genoemde scenario’s kunnen volgens de onderzoekers een goede basis zijn voor verdere besluitvorming. Ze wijzen erop dat zowel aan handhaving van de huidige situatie als aan elk van drie scenario’s voor- en nadelen zijn verbonden.
Volgens de onderzoekers is het raadzaam om, zolang er nog geen duidelijkheid is over de richting waarin het bredere stelsel van kinderopvang, vve en primair onderwijs zich zal ontwikkelen, ‘langs de lijnen van de huidige praktijk stappen te zetten om het toezicht op proceskwaliteit en kwaliteitszorg te intensiveren en zo meer zicht op de kwaliteit van ve te ontwikkelen’.