In haar proefschrift (promotie op 18 mei in Utrecht) volgt Inge Zweers leerlingen met gedragsproblemen die bij de start van het onderzoek in het regulier onderwijs zaten en die een aanvraag voor extra ondersteuning hadden ingediend. Sommige leerlingen bleven in het regulier onderwijs en kregen daar extra ondersteuning (inclusieve leerlingen); andere leerlingen werden verwezen naar het speciaal onderwijs (exclusieve leerlingen). Zweers volgde beide groepen 1,5 jaar.
De inclusieve en exclusieve leerlingen verschilden niet in leerlingfunctioneren van elkaar vóór plaatsing, maar hun leraren verschilden wel. De leraren van inclusieve leerlingen rapporteerden lagere self-efficacy in de klas en positievere attitudes ten aanzien van inclusief onderwijs dan leraren van exclusieve leerlingen. Aspecten van leerlingfunctioneren zijn dus geen bepalende factoren voor de keuze voor plaatsing van leerlingen met gedragsproblemen, terwijl leraarfactoren wel een rol spelen.
Na 1,5 jaar presteerden exclusieve leerlingen gemiddeld genomen beter dan vergelijkbare inclusieve leerlingen. Deze bevinding strookt niet met de huidige trend richting steeds meer inclusief onderwijs. Eenvoudigweg alle leerlingen met gedragsproblemen in het regulier onderwijs handhaven lijkt niet nastrevenswaardig. Plaatsing in het speciaal onderwijs kan het academisch en sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen met gedragsproblemen duidelijk bevorderen en vormt een realistisch alternatief voor inclusie in het regulier onderwijs.
Bron: Universiteit Utrecht
Het proefschrift is via deze pagina te downloaden.